AUSTRALIAN LABRADOODLES

Australian labradoodles  zijn heerlijke, eerlijke en hele relaxte honden! (Tenminste dat horen ze te zijn)

Die je overstelpen met liefde en heel erg op mensen zijn gericht.

Een echte aanwinst voor het gezin!

Australian Labradoodles zijn speciaal gefokt als gezinshond voor mensen met een allergie voor honden. M.n. de curly fleece vacht is hiervoor zeer geschikt. Is de allergie voor huisstofmijt (of andere allergie-en) groter dan de allergie voor honden, dan raad ik eerder een fleece vacht die dan liefst wat kort moet worden gehouden (lengte circa 5 cm).

98% van mensen met een allergie voor honden kunnen wel tegen de Australian labradoodle. De pups uit de nestjes die we de eerste 10  jaren hebben gefokt (in totaal meer dan 2000 pups) zijn eigenlijk hoofdzakelijk naar mensen met een allergie voor honden gegaan en dat gaat heel goed. De oudste pups zijn inmiddels 14 jaar oud!

Wij vermoeden dat de samenstelling van het keratine in het hoorn van hun huid, nagels en dus ook het speeksel afwijkt, omdat wij hebben gemerkt dat mensen met een allergie voor honden totaal niet reageren op krassen op hun huid (die wij altijd express even op een onderarm laten zetten om een mogelijke reactie uit te lokken) of op het laten likken in hun hals en het laten sabbelen/knabbelen op hun handen.

Onze pups hebben eigenlijk allemaal een uitmuntende vacht voor mensen met een allergie voor honden. Ongeacht welke generatie zij zijn.

Uitleg generaties : ALF staat voor Australian Labradoodle Foundation dog (De Australian labradoodle is immers nog steeds een ras in opbouw) Wanneer je een labradoodle hebt die de rassen poodle, labrador retreiver en engelse of amerikaanse cockerspaniel in zijn stamboom heeft, dan mag hij ALF1 genoemd worden. (ALF0, ingeval hij een harig vacht heeft)

Een ALF0 x ALF(1,2 of 3) of pure AL = ALF1 

Een ALF1 x ALF(1,2 of 3) of pure AL = ALF2

Een ALF2 x ALF(2 of 3) of pure AL = ALF3

Een ALF3 x ALF3 of pure AL = pure AL = raszuiver

Het is overigens niet zo, dat een pure AL het meest allergievriendelijk is. In alle generaties komen verschillende vachttypen voor, die voor verschillende allergie-en geschikt zijn.

De ALF0 en ALF1 kunnen wat verschillen van karakter en uiterlijk, omdat zij een poodle, cockapoo of labradoodle origin als ouder hebben, waar ze dan meer op kunnen lijken. 

De grootte van de mini’s komt overeen met dat van een cocker spaniel.

De grootte van de kleine tot gemiddelde medium size labradoodles is te vergelijken met dat van een kleine (=engels model) tot gemiddelde labrador.

De grootte van de grote medium size labradoodles tot kleine standaard is te vergelijken met dat van een grote labrador / golden retreiver.

Wij raden iedereen altijd aan om een puppiecursus te volgen, omdat het wel hele slimme hondjes zijn, die snel leren, maar die ook snel het verkeerde aan kunnen leren, wanneer je niet precies weet hoe je ze op moet voeden!

Je moet alleen wel aan de instructeur doorgeven, dat negatief gedrag negeren bij Australian labradoodles niet werkt. Dan leren ze 3x zo langzaam dan andere hondenrassen.

Mopper je wanneer ze iets fout doen en geef je ze dan aan, wat wel mag en beloon je ze dan, wanneer ze dat doen, dan leren ze 3x zo snel dan andere hondenrassen.

Een beetje zoals wanneer een 4-jarig kind op de muur tekent; Als mama er niets van zegt, blijven ze daar vrolijk mee doorgaan. Heerlijk zo’n groot stuk papier en mama zegt er niets van dus mag het. Dus zeg je dat je niet op de muur mag tekenen en geef je ze een stuk papier, waarop het wel mag. En beloont ze dan, door te zeggen, dat ze het goed doen.

En hanteer vaste regels, die bij alle leden in het gezin hetzelfde zijn en die ook elke dag hetzelfde zijn.

Niet de ene keer mag het wel en de andere keer mag het niet. Daar krijg je ofwel hele onzekere angstige honden van of hele dominante honden die zelf het voortouw nemen en heel erg druk zijn.

Op die manier voed je Australian labradoodles het beste op.

Australian Labradoodles kunnen zodanig afgericht worden dat ze waaks zijn, maar meestal zijn het geen gemakkelijke blaffers. Je kunt natuurlijk het blaffen wanneer er vreemden op het terrein zijn stimuleren, dmv een beloning.

Als je niet wilt, dat ze gaan blaffen, dan moet je gelijk al bij het eerste blafje aangeven door een opgeheven vinger en strenge blik en een “Uh!”, dat dat niet de bedoeling is.

 Australian Labradoodles zijn uitermate geschikt als hulphond. Ze leren heel gemakkelijk, voelen heel veel aan en zijn heel erg op mensen gericht

Australian labradoodles kunnen een wollen of een fleece vacht hebben, waarbij de fleece vacht weer onderverdeeld kan worden in een curly fleece vacht (veel kleine krullen) en een fleece vacht (steil haar tot wat slag).

Ook niet elke wollen vacht is hetzelfde, of curly fleece vacht of fleece vacht. Soms heeft een labradoodle heel veel haar per cm2 huidoppervlakte en soms maar heel weinig. Dat geeft al een heel ander beeld. Een fleece vacht met maar weinig haar per cm2 wordt ook wel een open fleece vacht genoemd. Ook kan een curly fleece vacht meer neigen naar de fleece kant en hele grove krullen hebben (noemen wij altijd fleece / curly fleece vachten)